Als je af en toe in ziekenhuizen komt, heb je het ongetwijfeld al gehoord of gezien: acties en initiatieven ter voorbereiding voor de volgende (pré) audit van de ziekenhuisaccreditatie. “NIAZ” en “JCI” zijn twee woorden die veel in beweging zetten in ziekenhuizen. Toch halen ziekenhuizen vaak niet het onderste uit de kan als het gaat over de voordelen van accreditaties.
Wat is een ziekenhuisaccreditatie?
“Het geheel van initiatieven die gericht zijn op de externe evaluatie van een ziekenhuis tegen vooraf gedefinieerde, expliciete en gepubliceerde standaarden met het oog op het bevorderen van continue verbetering van de kwaliteit van de gezondheidszorg” is een zeer duidelijke omschrijving van Zorgnet Icuro.
Heel veel accreditaties zoals ISO 9001, ISO 14001, VCA, ISO 13485 hebben dezelfde basiselementen als de NIAZ en de JCI accreditaties: het gaat steeds om een evaluatie door externe auditors die onderzoeken of een bepaalde standaard (zie de bronnen onderaan voor info over de JCI en NIAZ standaarden) wordt toegepast. Het doel van deze standaarden is het verbeteren van de kwaliteit van de zorg op een permanente basis.
Kwaliteit of niet?
De standaarden hebben betrekking op hoe een organisatie zaken beheert en niet over de effectieve kwaliteit van een aangeboden dienst. Dit is een veel voorkomende fout die mensen maken die professioneel niet betrokken zijn bij kwaliteitsmanagement. Het consistent aanbieden van een zeer matig uitgevoerde dienst is ook een vorm van kwaliteit.
Het behalen van een accreditatie geeft aan dat er een proces is binnen een organisatie dat erover waakt dat handelingen steeds op dezelfde manier gebeuren. ISO, de internationale organisatie voor standaarden en bekend van onder meer ISO 9001, legt duidelijk de focus op het consistent aanbieden van producten en diensten die voldoen aan de wettelijke en de klantenvereisten.
Je kan een kwaliteitsmanagementsysteem vergelijken met een boekhoudpakket. Beide zorgen ervoor dat handelingen steeds op dezelfde manier worden uitgevoerd. Ze garanderen echter geen juiste uitvoering. Net als een goed boekhoudpakket geen garantie is voor een juiste boekhouding, is een kwaliteitsmanagementsysteem geen garantie voor kwalitatief hoogstaande zorg. In de praktijk is goede zorg quasi onmogelijk zonder een kwaliteitsmanagementsysteem.
Een kwaliteitsmanagementsysteem hoeft geen gigantisch systeem te zijn. Alles hangt af van je organisatie. Voor kleine organisaties zoals een huisartsenpraktijk, kan je kwaliteit consistent verhogen met een paar korte checklists. Helaas leent de complexiteit van een ziekhuis zich niet tot dezelfde eenvoudige aanpak als een huisartsenpraktijk.
Waarom accreditaties?
Het decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van gezondheids- en welzijnsvoorzieningen verplicht zorginstellingen om aan zijn gebruikers een verantwoorde hulp- en dienstverlening te bieden. De zorginspectie van de Vlaamse overheid ziet toe op de naleving van de kwaliteit van de zorg in de Vlaamse algemene ziekenhuizen. Ieder ziekenhuis heeft de keuze om een externe accreditatie te behalen of kan kiezen voor het systeemtoezicht van de Zorginspectie. De twee erkende externe accreditaties zijn NIAZ (Nederlands) en JCI (Amerikaans).
JCI heeft op dit moment 23 accreditaties toegekend in België voor algemene ziekenhuizen. NIAZ heeft op dit moment 32 accreditaties voor Vlaamse zorginstellingen. Je kan dus concluderen dat externe accreditatie de standaard is geworden voor ziekenhuizen in Vlaanderen.
Het noodzakelijk kwaad
Zoals veel verplichte regelgeving wordt de ziekenhuisaccreditatie vaak bekeken als een noodzakelijk kwaad wat veel geld kost en voor veel medewerkers extra werk oplevert. Medewerkers zien dan ook niet altijd de toegevoegde waarde voor henzelf en de patiënt. Deze visie geeft vaak aan dat er een groot verschil zit tussen de huidige werkwijze en de geprefereerde werkwijze van de standaard die tijdens de audit gecontroleerd wordt.
Voor vele organisaties is een accreditatie een cyclisch gegeven: elke x jaar komt er een audit. De organisatie werkt de verbeterpunten weg van het laatste auditverslag en wacht dan het resultaat af van de volgende audit. In de hoofden van veel medewerkers is het accreditatievraagstuk “opgelost” na een succesvolle auditrapport en dit tot een paar maanden voor het volgende bezoek van de auditoren. Deze kijk op accreditaties is een van de belangrijkste elementen die de impact van een accreditatie verminderen.
Het rendement
Het rendement van een accreditatie is wetenschappelijk moeilijk aan te tonen. In haar onderzoek schrijft Anneleen Ally dan ook dat geen enkele studie voldoende empirisch bewijs levert voor een effectieve verbetering van kwaliteit als gevolg van een accreditatie. Ally geeft ook de mogelijke reden aan voor het ontbreken van dit bewijs: een achterliggende elementen maken het heel moeilijk om de impact wetenschappelijk te bewijzen.
Daarom is het noodzakelijk om af te stappen van de accreditatie als een doel. Hoewel de accreditatie defacto een vereiste geworden is in Vlaanderen, creëert de accreditatie een pervers neveneffect wanneer het een doel wordt. De focus dreigt immers te verschuiven van het verbeteren van de zorg voor patiënten naar het behalen van een accreditatie. Een accreditatie moet altijd het resultaat zijn van het primaire doel de kwaliteit van de zorg verbeteren. Ieder nieuw proces dat ingevoerd wordt voor het behalen van een accreditatie, verschuift potentieel die focus en als dit frequent gebeurt, loop je als ziekenhuis het risico dat de effectieve kwaliteit van de zorg daalt dankzij de accreditatie.
Suggesties voor het verhogen van het rendement
De realiteit is dat accreditaties niet op korte termijn gaan verdwijnen. Met andere woorden een ziekenhuis een keuze moeten maken tussen een externe accreditatie of voor systeemtoezicht van de Zorginspectie. ”If you can’t beat them, join them” zegt een Engels gezegde. Dat geldt zeker voor accreditaties.
Een eerste stap in dit proces is de juiste accreditatie kiezen. NIAZ en JCI hebben gelijkaardige onderliggende concepten maar hun interpretatie is niet noodzakelijk dezelfde. Het is een absolute aanrader om regelmatig te kijken of de huidige accreditatie past bij de organisatie. Een accreditatie ondersteunt een organisatie en niet omgekeerd. Het getuigt van goed management om op regelmatige basis deze keuze opnieuw in vraag te stellen.
Hoewel de verleiding zeer groot is om na een audit even een pauze in te lassen voor het kwaliteitsbeheer, is juist dit gedrag de oorzaak van veel stress. Hierdoor creëer je als organisatie pieken en dalen in werkdruk. Op het moment dat kwaliteit een continue aandachtspunt wordt, leidt dit tot een meer pragmatisch beleid waarbij continue gekeken wordt naar het optimaliseren van de zorg. Dit is alleen mogelijk als ook de werkdruk van de medewerkers in overweging genomen wordt. Zorgverleners die permanent onder grote druk staan kunnen geen consistente, goede zorg bieden.
In ieder verbetertraject, hoe klein ook, zou je op een vast moment best checken of de accreditatiestandaard iets zegt over de voorgestelde verandering. Zo zorg je ervoor dat alle veranderingen in lijn zijn met de accreditatiestandaard. Om dit te kunnen doen, is het volgens mij essentieel dat iedere projectleider in het ziekenhuis een goede kennis heeft van de accreditatiestandaarden.
Het verhogen van de kwaliteit van de zorg in het ziekenhuis is de taak van iedere medewerker van schoonmaker tot geneesheer-specialist. Om dit consistent te kunnen doen, moet iedereen hier permanent mee bezig zijn. Kwaliteit is geen extraatje maar maakt deel uit van de core business van iedere zorginstelling. Een accreditatie is hiervan het gevolg en nooit een doel.
Bronnen
https://www.zorgneticuro.be/content/ziekenhuisaccreditatie
https://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/350/321/RUG01-002350321_2017_0001_AC.pdf
https://www.niaz.nl/uploads/Accreditatieprocedure%202020%20NIAZ-Qmentum.pdf
https://www.zorg-en-gezondheid.be/kwaliteit-in-algemene-ziekenhuizen